Taalgebruik

We willen graag dat het taalgebruik in al onze communicatie hetzelfde is. Denk aan schrijdwijzen, taalgebruik, B1-niveau en structuur. Onderstaande punten helpen bij het schrijven van teksten die voldoen aan de schrijfwijzen van het BovenIJ.

B1 - niveau

We schrijven op B1-niveau zodat onze teksten duidelijk, eenvoudig en begrijpelijk zijn voor een brede groep mensen. B1-taal is geschikt voor lezers die geen moeilijke woorden of ingewikkelde zinnen gewend zijn. Zo zorgen we ervoor dat onze boodschap iedereen bereikt, ook mensen met een lagere taalvaardigheid.

Korte en krachtige teksten

Wat we schrijven moet de kern raken van de zaken die we ook waar kunnen maken. Laagdrempelig.

Je of u?

Je tegen medewerkers en in sociale media. U in brieven, website en andere communicatie-uitingen.

Communiceren vanuit onze USP’s BovenIJ is persoonlijk, toegankelijk en betrokken. Benadruk in je communicatie altijd minstens één van onze unieke kenmerken:

Kleinschaligheid, een fijne en collegiale werksfeer, korte lijnen en snel schakelen. Laat zien dat we hoogwaardige, diverse zorg bieden aan verschillende patiënten en dat we duurzaam en lokaal betrokken zijn bij Amsterdam-Noord.

Gebruik een warme, open en professionele toon. Zo versterken we samen onze identiteit en zorgen we voor herkenbare en consistente communicatie.

Gebruik van jargon en vaktaal

Vermijd het gebruik van jargon en vaktaal in de communicatie. Jargon en vaktaal kun je gebruiken als je zeker weet dat je lezer die termen begrijpt. Is dat niet zo, leg dan de betekenis kort en duidelijk uit of kies een eenvoudiger woord. Zo voorkom je dat je lezer afhaakt of de boodschap niet begrijpt.

Inclusieve taal

Gebruik inclusieve taal om iedereen respectvol en gelijkwaardig aan te spreken. Kies bijvoorbeeld voor “mensen met een beperking” in plaats van “gehandicapten”, en gebruik genderneutrale termen zoals “beste mensen” in plaats van “dames en heren.

Schrijfwijzen

Afkortingen

  • Gebruik alleen afkortingen die algemeen bekend zijn of die je bij de eerste keer voluit hebt geschreven met de afkorting erachter tussen haakjes. Bijvoorbeeld: MRI (Magnetic Resonance Imaging).
  • Vermijd onnodige afkortingen in patiëntgerichte teksten.

Hoofdletters

  • Gebruik hoofdletters voor namen van afdelingen, speciale behandelingen en officiële namen (bijv. Spoedeisende Hulp).

Getallen

  • Schrijf getallen van één tot en met twintig voluit (bijv. drie, vijftien).
  • Gebruik cijfers bij het aangeven van tijden, datums, doseringen en meetwaarden (bijv. 14:00 uur, 5 mg, 37 graden).